Shetland-pony
Herkomst
Noord-Schotland, Shetland en Orkney Islands.
Stokmaat
De stokmaat is maximaal 1,10 meter. Shetlanders
met een stokmaat onder de 86 cm worden
Mini-Shetlanders genoemd.
Kleur
Ze komen in een uitgebreid kleurenpatroon voor,
waaronder veel bonte pony's. Zwart en
donkerbruin komen echter het meest voor.
Karakter
Ze zijn bijzonder vriendelijk en rustig, en
daarom ideaal als eerste kinderpony. Ze zijn
bovendien intelligent en daarom gemakkelijk te
beleren.
Exterieur
De Shetlander is een bijzonder krachtige pony,
de sterkste van alle rassen. Hij kan tweemaal
zijn eigen gewicht trekken, iets wat een gewone
koudbloed nooit zal lukken. Deze kracht spreekt
ook uit de bouw. Zijn hoofd is klein met een
concaaf profiel. De oortjes zijn klein, de ogen
expressief en de neusgaten groot. De rug is
sterk en kort, evenals de benen. De manen en
staart zijn overvloedig en de vacht wollig en
pluizig, hetgeen de Shetlander het aanzien van
een groot knuffelbeest geeft.
Gebruiksmogelijkheden
Hij wordt overal ter wereld gebruikt als eerste
rijpony voor kinderen, maar ook in het tuig doet
hij het bijzonder goed.
Beweging
Gezien de korte, stevige benen kun je van dit
halfwilde paardje geen ruime gangen verwachten.
Deze zijn klein, recht en regelmatig.
Bijzonderheden
De Shetland-pony behoort tot een tamelijk oud
ras. Op de Shetland Islands zijn overblijfselen
van deze ponysoort gevonden die dateren van
vijfhonderd voor Christus. Het zijn
nakomeliingen van de toendrarassen, die
vermoedelijk ongeveer tienduizend jaar geleden
via Scandinavi� naar Schotland zijn getrokken.
De winterharde Shetlander hield het dankzij zijn
geringe stokmaat uitstekend vol op de
onherbergzame en winderige hellingen van de
Shetland en Orkney Islands. Vroeger werd hij
gebruikt voor lichte werkzaamheden op agrarische
bedrijven. In de negentiende eeuw werd het dier
ingezet als pitpony in de kolenmijnen in
Noord-Engeland. In 1957 waren er nog zo'n 11.000
Britse mijnpony's.
|