Rubriek : De
mens -
geschiedenis
De slag om Engeland
De Fransen waren
totaal ontredderd door de klinkende overwinningen die de Duitse
legers in hun land behaalden. Op de avond van 16 juni trad de
Franse regering af. Maarschalk P�tain kreeg de opdracht een
nieuwe regering te vormen. Deze nieuwe regering sloot op 22 juni
1940 een wapenstilstand met de Duitsers. Die lieten de
plechtigheid voltrekken in dezelfde spoorwegwagon waarin ook de
wapenstilstand op 11 november 1918 was getekend. Hitler kon zich
opwerpen als de wreker van de nederlaag van de Eerste
Wereldoorlog. De capitulatie van Frankrijk bracht
Groot-Brittanni� in een totaal afgezonderde positie tegenover
Duitsland. De grote vraag was of de Britten de strijd nog
moesten voortzetten of niet. Hitler meende dat de Britten
misschien wel bereid waren tot onderhandelen. Bovendien waren de
Britten naar zijn mening te zelfzuchtig om voor anderen te
vechten.
Maar de F�hrer kende de geschiedenis slecht, want dan zou hij
geweten hebben dat Engeland al eeuwen een politiek van
machtsevenwicht voerde. Bovendien had het Britse volk op 10 mei
1940 een voortreffelijk oorlogsleider gekregen. Op die dag
namelijk was Winston Churchill
(1874-1965) in de plaats gekomen van Chamberlain, wiens
vredespolitiek tegenover Hitler zo jammerlijk was mislukt.
Churchill wist dat er geen behoorlijk leger was, dat er te
weinig moderne vliegtuigen waren, dat er gebrek was aan
oorlogsvliegers en dat er geen oorlogsindustrie was. Daarom zei
hij het Britse volk dat hij niets anders te bieden had dan
bloed, zweet en tranen. En het Britse volk was vastbesloten de
strijd uit te vechten. Hitler kon het haast niet geloven. Op
verschillende manieren liet hij weten tot vrede bereid te zijn.
In de rede die hij op 19 juli 1940 voor de Rijksdag hield,
maakte hij dat voor het laatste bekend. Enkele dagen eerder had
hij het plan voor een landing in Groot-Brittanni�, de zogeheten
Operatie Zeeleeuw, al in werking laten treden. De opzet was
eerst de Royal Air Force, de Britse luchtmacht, uit te
schakelen, en vervolgens met rijnaken en andere grote
binnenvaartschepen in Groot-Brittanni� te landen.
De Britse luchtverdediging moest natuurlijk daarbij met alle
mogelijke middelen uitschakeling van de luchtmacht zien te
voorkomen. Een heel belangrijk middel was de radar, het toen
nieuwe systeem om vliegtuigen al van ver op een scherm te kunnen
zien naderen. Het grootste nadeel voor de Britten was, dat het
aantal jachtvliegtuigen dat hun ter beschikking stond, ruim
achthonderd, veel te gering was. De kwaliteit van met name de
Spitfire was buitengewoon goed. De Spitfire kon het opnemen
tegen het beste Duitse jachtvliegtuig, de Messerschmitt-109. De
Luftwaffe, waarvan Hermann Goering (1893-1946) de
leiding had, richtte zich vanaf 10 juli op de scheepvaart onder
de Engelse kust. De opzet daarvan was de RAF, de Britse
luchtmacht, zoveel mogelijk te verzwakken. De Britse
luchtstrijdkrachten konden deze uitdaging echter gemakkelijk
aan. Begin augustus begon het ernst te worden. Doelwit voor de
Duitse aanvallen werden de vliegtuigen en de radarstations. Op
13 augustus 1940 namen de aanvalsvluchten een waarlijk massaal
karakter aan. Goering duidde die dag aan als de Adelaarsdag.
Bijna 1500 Duitse vliegtuigen namen eraan deel.
Voor de Britten was het meest kritieke ogenblik aangebroken. E�n
vliegveld werd voor langere tijd uitgeschakeld, terwijl
verschillende andere zeer zwaar beschadigd werden. De piloten
moesten zo vaak opstijgen, dat ze oververmoeid raakten. Ook het
grondpersoneel, dat iedere keer weer de vliegtuigen startklaar
moest maken, was de uitputting nabij. Het zou niet lang meer
duren of de Britten zouden het luchtruim aan de Duitsers moeten
laten. Toen echter maakten Hitler en Goering een geweldige fout.
De Luftwaffe verlegde haar aanvallen van de vliegvelden naar de
steden. Golven bommenwerpers en jagers vlogen begin september
naar Londen en zetten de stad in brand. Op 4 september 1940 had
de F�hrer verklaard dat de Duitse vliegtuigen de Britse steden
zouden uitvlakken.
De Britten hadden vreselijk onder de bombardementen te lijden,
maar ze hielden echter koppig vol. Hun vliegvelden konden
hersteld worden, evenals hun vliegtuigen. Hun piloten konden
zich op de havens richten waar de Duitsers hun invasiemateriaal
bijeenbrachten. De schade die door de RAF werd aangericht was zo
groot, dat Hitler, ook al omdat het Britse luchtwapen nog steeds
niet verslagen bleek te zijn, Operatie Zeeleeuw voor onbepaalde
tijd uitstelde. De Duitse luchtaanvallen vonden daarna meer en
meer tijdens de nacht plaats, zodat de Britten nog lang niet van
de ellende af waren. Maar de Slag om Engeland was gewonnen, de
RAF beheerste nog steeds het Britse luchtruim.