Rubriek : De
mens -
geschiedenis
De totale oorlog
Hoewel de Amerikanen
pas na de overval op Pearl Harbor van 7 december 1941 direct aan
de oorlog deelnamen, besefte president Roosevelt
al veel eerder dat de afloop van de strijd in Europa voor de
Verenigde Staten zeer belangrijk was. Daarom diende hij de
'Leen- en Pachtwet' in bij het Congres. Deze wet, die met een
ruime meerderheid begin 1942 werd aangenomen, was een
machtigingswet. De president mocht daardoor oorlogsmaterieel
verkopen en uitlenen aan of ruilen met landen waarvan de
oorlogsvoering in het belang van de Verenigde Staten was. De
eerste landen die op die maniere geholpen werden, waren
Groot-Brittanni� en Griekenland. Later werd in het kader van
deze wet ook aan Rusland en China en meer dan veertig andere
landen materi�le hulp verleend ter waarde van in totaal ruim 50
miljard dollar.
De verstandhouding tussen Roosevelt en de Britse oorlogsleider
Churchill was uitstekend. Op
de Conferentie van Casablanca in januari 1943 kwam men overeen,
dat de Geallieerden, nadat ze Noord-Afrika veroverd zouden
hebben, op Sicili� zouden landen. De directe strijd tegen
nazi-Duitsland zou de voorrang krijgen en men zou slechts met
een onvoorwaardelijke overgave van de vijand, ook van Japan,
genoegen nemen. Hiermee wilde men vooral Stalin geruststellen.
Rusland stond onder zware druk van de Duitse strijdmacht en die
zou dus eerst verlicht moeten worden. Ook de mogelijkheid van
afzonderlijke vrede met Duitsland zou door deze eis niet meer
mogelijk zijn. Voor het Duitse propaganda-apparaat, dat onder
leiding stond van de rijksminister van Volksvoorlichting en
Propaganda, Joseph Goebbels, was dit olie op het
vuur. De oorlog bereikte zijn hoogtepunt , te land, ter zee en
in de lucht. Duitse steden en industriegebieden werden
onophoudelijk gebombardeerd. 's Nachts vlogen de Britse
toestellen en overdag de Amerikaanse. In een massabijeenkomst
van de NSDAP in het sportpaleis te Berlijn stelde Goebbels de
vraag of er een totale oorlog moest komen, waarin alleen maar
overwinnen of ondergaan mogelijk was. De bijna hysterische massa
wilde de 'totale oorlog'. In augustus 1944 kreeg Goebbels
hierover de leiding.
Op zee waren de Duitse duikboten bijzonder actief. Evenals in de
Eerste Wereldoorlog lag hierin de grootste kracht van de Duitse
marine. Na de ondergang van het Duitse slagschip de Bismarck op
27 mei 1941, zag iedereen in dat er geen andere mogelijkheid
was. De Duitse duikboten vormden lange tijd de schrik voor de
geallieerde konvooien. In 1941 werd meer dan zes miljoen ton aan
geallieerde scheepsruimte tot zinken gebracht. Er ontstond een
groot tekort aan scheepsruimte bij de Geallieerden. En
Groot-Brittanni� was voor wat het oorlogsmaterieel betreft,
geheel afhankelijk van de aanvoer uit Amerika. Ook de Sowjetunie
kreeg via de noordelijke route reusachtige hoeveelheden
materiaal aangevoerd. Overigens werden de konvooien niet alleen
door duikboten belaagd. Zodra de schepen binnen het bereik van
de vliegstuigen van de Luftwaffe kwamen, werden ze vanuit de
lucht aangevallen. De konvooien werden door zoveel mogelijk
geallieerde oorlogsschepen begeleid. Omdat de koopvaardijschepen
tijdens de aanvallen dikwijls uit het verband losraakten en dan
helemaal een gemakkelijke prooi vormden voor de Duitse
duikboten, werden ze zelf ook al spoedig bewapend. Ze werden
voorzien van geschut, dieptebommen en luchtdoelmitrailleurs. De
technische ontwikkeling stond echter ook niet stil. De
toepassing van de Huff-Duff, een systeem van kruispeiling van
radiosignalen, maakte het mogelijk duikboten al op grote afstand
op te sporen en te vernietigen of te verjagen. Verder werd de
geallieerde verkenning vanuit de lucht door het gebruik van
flinke aantallen langeafstandsvliegtuigen aanzienlijk
uitgebreid. Het bleek voor de Duitse duikboten tenslotte niet
meer mogelijk te zijn de konvooien effectief aan te vallen. In
de periode van midden 1943 tot het einde van de oorlog in mei
1945 brachten de Duitsers niet meer dan een kleine 1,9 miljoen
ton geallieerde scheepsruimte tot zinken.
Niet alleen op zee en in de lucht werden de Geallieerden de
baas. Te land werden de Duitsers behalve in Rusland ook op
andere plaatsen teruggedrongen. In juli 1943 landden Britse en
Amerikaanse troepen op Sicili�. De Duitsers en de Italianen
leden zware verliezen. Koning Victor Emanuel III ontsloeg
Mussolini en benoemde maarschalk Badoglio in zijn plaats.
De Russische successen brachten Roosevelt ertoe, samen met
Churchill en Stalin de Conferentie van Teheran te beleggen op 28
november 1943. Stalin eiste dat de westgrens van Polen in
westelijke richting zou opschuiven. Churchill wilde het liefst
een invasie op de Balkan, want hij wantrouwde de Russen. Stalin
voelde daar niets voor. Roosevelt evenwel, die de Volkenbond
wilde vervangen door de Organisatie van de Verenigde Naties en
daarvoor de Russische leider wilde meekrijgen, steunde Churchill
niet. Verder werd op de Conferentie van Teheran nog bepaald
wanneer de invasie in Normandi�, 'Operatie Overlord' zou
plaatsvinden. Het begin van deze reusachtige onderneming werd
vastgesteld op mei 1944.