Rubriek : De
mens -
geschiedenis
M�nchen en het verraad van
Stalin
Na de Anschluss van
Oostenrijk bij Duitsland bevond Tsjechoslowakije zich in een
bijzonder moeilijke positie. Dat gedeelte waar de Tsjechen
woonden, en dat waren er ongeveer 7,5 miljoen, was aan drie
kanten door Hitler omsloten.
Bovendien woonden in de grensgebieden ongeveer 3,25 miljoen
Duitsers. Ook het overige Tsjechoslowakije was wat de bevolking
betreft allesbehalve een eenheid. Er woonden nog ongeveer 1,4
miljoen Hongaren, Roethenen en Polen. Maar de Duitsers in
Tsjechoslowakije, opgestookt door het 'vaderland', roerden zich
uiteraard het luidruchtigst.
In Engeland was in 1937
Neville Chamberlain als eerste minister gekomen. Die had wel
enig inzicht in de gevaarlijke situatie waarin Europa verkeerde.
De stemming in Engeland was echter zeer tegen oorlog gericht. In
1938 wilde men zelfs nog niet aan de wederinvoering van de
militaire dienstplicht denken. Daarom was Chamberlain erop uit,
door een verzoenende houding te proberen de vrede te bewaren.
Toen de spanning tussen Duitsland en Tsjechoslowakije dreigende
vormen begon aan te nemen, vertrok hij per vliegtuig naar
Duitsland. Op 15 september 1938 had hij een persoonlijk
onderhoud met Hitler in Berchtesgaden. Daarna sprak Chamberlain
in Londen met Daladier en Bonnet, de eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken van Frankrijk. Ze werden het eens over
het voorstel dat alle gebieden waar meer dan vijftig procent
Duitsers woonden, zonder volksstemming aan Duitsland zouden
worden afgestaan. Tsjechoslowakije zou in plaats van de
bestaande verdragen een internationale garantie krijgen omtrent
haar veranderde grenzen. Deze voorstellen werden aan de regering
van Tsjechoslowakije voorgelegd. Die regering had geen keus,
aanvaardde de voorstellen en trad af. Toen kwamen echter ook
Hongarije en Polen bij Hitler om hun deel voor hun minderheden
op te eisen.
Toen Chamberlain op 22 september 1938 bij de F�hrer kwam om
verder te praten, bleek dat deze de Duitssprekende gebieden
onmiddellijk wilde opeisen. Ook wilde hij dat aan de verlangens
van de Hongaarse en Poolse minderheden moest worden tegemoet
gekomen. Chamberlain stond perplex. Omdat Hitler ook nog
militaire eisen voor Tsjechoslowakije had, die in feite
onaanvaardbaar waren, leek een onmiddellijke oorlog voor de deur
te staan. De voorbereidende maatregelen werden reeds getroffen.
Toen bood Mussolini zijn bemiddeling aan. Er werd een
viermogendheden-conferentie gehouden in M�nchen, op 29 september
1938. Doordat men op diezelfde dag nog tot een overeenkomst
kwam, die ook nog die dag getekend werd, leek de vrede gered te
zijn. Maar van Tsjechoslowakije bleef niet zo erg veel over.
Chamberlain werd echter gevierd en ingehaald als een held. Een
paar weken na M�nchen namen ook Polen en Hongarije enkele happen
uit het in de steek gelaten Tsjechoslowakije. De dictators
toonden hun ware gezicht. Hitler liet in maart 1939 het
Tsjechische gedeelte van Tsjechoslowakije bezetten, maar daar
bevonden zich helemaal geen Duitse minderheden. Mussolini
bezette Albani�. Chamberlain zag in, dat zijn vredespolitiek een
mislukking was geworden. Hij verzette de bakens en begon oude
bondgenootschappen te hernieuwen en nieuwe aan te gaan. Er
kwamen verdragen van bijstand tussen Groot-Brittanni� en Polen,
Griekenland en Roemeni�. Verder werden onderhandelingen begonnen
met de Sowjetunie. De militaire dienstplicht werd in
Groot-Brittanni� toen wel ingevoerd. De Sowjetunie was nochtans
buiten de Conferentie van M�nchen gehouden. De Britse regering
zond slechts diplomaten van lagere rang naar Moskou om te
onderhandelen. Dit alles maakte Stalin, die het
democratische westen niet al te zeer vertrouwde, alleen nog maar
wantrouwiger. Hij kreeg de indruk dat het westen hem met een
oorlog tegen Duitsland wilde opzadelen. Dat betekende immers
twee vliegen in ��n klap : het gevaarlijke communisme en het
akelige fascisme zouden elkaar uitputten.
Stalin kon op dat ogenblik absoluut geen oorlog gebruiken. Hij
had in de dertiger jaren het Russische volk geterroriseerd op
een wijze als nog niet eerder in de geschiedenis van Rusland was
voorgekomen. Verbanning en dwangarbeid, degradatie en
vernietiging, dat stond iedereen te wachten die ook maar ietwat
verdacht was. De oude revolutionairen, die nog met Lenin
hadden gestreden, waren verdwenen. Het Rode Leger had vrijwel
geen kader meer van hogere officieren, laat staan generaals.
Allen waren 'weggezuiverd'. De industri�le productie stond nog
altijd op een veel te laag peil. Misschien zou er in geval van
een oorlog wel een nieuwe revolutie uitbreken. Nee, Stalin was
er alles aan gelegen de strijd te vermijden. Maar hoe, dat was
nog een open vraag. Een samengaan met Duitsland leek wel uiterst
onwaarschijnlijk, ook al omdat Hitler zich altijd bijzonder
anti-communistisch had opgesteld. Toch besloot Moskou zich van
het westen af te wenden en toenadering tot Duitsland te zoeken.
In augustus 1939 deelde de Duitse ambassadeur in Moskou aan
Berlijn mee, dat het moeilijk zou zijn het Russische standpunt
te veranderen. Toch ging men het proberen en het bleek niet zo
heel moeilijk te zijn. Een teken aan de want was eigenlijk al
geweest dat de pro-westerse Russische minister van Buitenlandse
Zaken, Litwinov, begin mei 1939 al was ontslagen en vervangen
door Molotov (zie foto). Litwinov werd pas na de
Duitse inval in Rusland in juli 1941 weer in ere hersteld. In
november 1941 werd het ambassadeur in Washington.
In
de laatste week van augustus 1939 las het verbijsterde publiek
in het westen dat Molotov en Von Ribbentrop een
niet-aanvalsverdrag hadden gesloten. In een geheime overeenkomst
spraken de kersverse bondgenoten af dat ze Polen samen zouden
verdelen. Hitler was zeer tevreden, want de twee-frontenoorlog
waarvoor men voor 1914 in Duitsland zo bang was geweest, kon hij
nu vermijden. Daarom verwachtte hij ook niet dat
Groot-Brittanni� hem de oorlog zou verklaren. Chamberlain
schreef Hitler echter een persoonlijke brief, waarin hij hem
meedeelde dat hij zich wat dat betreft geen illusies moest
maken. Als Polen zou worden aangevallen, zou Groot-Brittanni�
zijn verplichtingen nakomen. Hitler trok zich er niets van aan.
Hij wees ook een bemiddelingspoging van Mussolini van de hand.
Op 28 augustus 1939 waagde de Britse regering nog een laatste
poging om Hitler tot andere gedachten te brengen. Ze stelde voor
dat Polen en Duitsland direct over de Duitse eisen ten aanzien
van Dantzig en de Poolse Corridor zouden gaan praten.
Groot-Brittani� was bereid aan de besprekingen deel te nemen.
Hitler deed alsof hij er wel voor voelde, maar zijn eis, op 29
augustus gesteld, dat er op 30 augustus 1939 een Poolse gezant
met volledige volmacht naar Berlijn zou komen, was natuurlijk
onaanvaardbaar en onuitvoerbaar. Toch kreeg de Poolse
ambassadeur opdracht, contact op te nemen met Hitler. Tegen de
avond van 31 augustus deed hij dat, maar tevergeefs. In de
vroege morgen van 1 september 1939 trokken Duitse strijdkrachten
Polen binnen. Groot-Brittanni� en Frankrijk verzochten Duitsland
zijn troepen terug te trekken, maar er kwam niet eens antwoord.
Daarop verklaarde Groot-Brittanni� de oorlog aan Duitsland.
Frankrijk deel vijf uur later hetzelfde. De Tweede
Wereldoorlog was begonnen !