Addax
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
addax heeft geen nauwe verwanten en is het enige
lid binnen het geslacht Addax. Hij kan zonder
water in de woestijn leven. Het fraaie dier
heeft een korte, glanzende vacht, een wit masker
en dicht donkerbruin haar voor op zijn kop. Door
overbejaging is dit ��n van de zeldzaamste
zoogdieren ter wereld geworden. Er zijn
misschien nog minder dan vierhonderd van deze
schitterende dieren in het wild over.
Addaxen zijn zeer goed aangepast aan het leven
in de woestijn. Ze drinken zelden water, omdat
ze het grootste deel van hun behoefte uit de
dauw en de vegetatie die ze eten, kunnen halen.
Vanwege hun droge leefomgeving hebben ze een
groot territorium. Ze leggen grote afstanden af
op zoek naar voedsel en volgen de regens die
voor nieuwe en groene vegetatie zorgen. Ze
houden het meest van gras, maar eten ook
kruiden, struiken en bladeren van kleine bomen.
Wanneer dit soort voedsel schaars is, verorberen
ze alles wat ze maar te pakken kunnen krijgen,
zoals knollen en bollen. Hun manier van
foerageren speelt en belangrijke rol bij de
instandhouding van hun leefgebied, dat anders in
struikgewas zou veranderen.
In het wild, waar voedsel schaars is, verdedigt
het mannetje een harem van vrouwtjes en niet zo
zeer een groot territorium. Hij paart elk jaar
met verschillende vrouwtjes, maar proeft eerst
hun urine om te controleren of ze er klaar voor
zijn. Zo'n 8,5 maanden later brengt het vrouwtje
een jong ter wereld, dat eerst een roodbruine
vacht heeft. Na veertien weken wordt het
kleintje niet meer gezoogd. Jonge vrouwtjes
blijven meestal bij de kudde en zijn met
achttien maanden geslachtsrijp. Jonge mannetjes
verlaten de groep om eigen kuddes te vormen en
gaan na drie jaar in hun eentje op zoek naar een
nieuwe gemengde kudde.
De addax leeft omgeven door zand en rotsen in de
woestijn. Hij is nomadisch en leeft in kuddes
van ongeveer vijf tot twintig dieren die door
een volwassen mannetje worden geleid. De
vrouwtjes hebben een hi�rarchie op basis van
leeftijd, waarbij het oudste dier de meeste
rechten heeft. Tijdens de hitte overdag kiest de
addax een comfortabele plek in de schaduw van
een rots of struik en graaft een 'bedje' voor
zichzelf met zijn hoeven.
Aan het begin van de negentiende eeuw leefden er
in de Sahara kuddes van wel duizend exemplaren.
Addaxen zijn langzaam en vormen eenvoudige
prooien voor snellere jagers. Hoewel vele
hiervan, zoals de leeuw en
de luipaard, ook in
aantal zijn afgenomen, hebben moderne
jachttechnieken door mensen het dier bijna
uitgeroeid. Heden ten dage worden er meer addaxen in gevangenschap geboren dan in hun
oorspronkelijke leefgebied.
|