Rubriek :
Dier - algemeen
Andere bewoners van de bossen
De meest geliefde
maaltijd van de Amerikaanse marter en de vismarter is wel het
boomstekelvarken. Er zijn nog meer roofdieren die zich, als ze
honger hebben, niet altijd laten afschrikken door de
scherpgepunte stekels. De veelvraat, de wolf, de prairiewolf en
de lynx gaan echter onder normale omstandigheden het
boomstekelvarken uit de weg.
De
grootste bedreiging voor het voortbestaan van het Canadese
boomstekelvarken is op dit ogenblik de mens. Vooral de
houthakkers beschouwen de kleine boombewoners als een gruwelijke
ziekte, die zo snel en zo goed mogelijk moet worden uitgeroeid.
Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat de dieren zich in de
koude en strenge winters voeden met de zachte bast van de
bovenste takken van de bomen, omdat ze verder niets eetbaars
kunnen vinden. Hierdoor worden echter wel de bomen aangetast en
in hun groei belemmert.
De eland (zie foto) is wel de grootste van alle thans nog
levende hertensoorten. Normaal staand kan een volwassen eland,
bij de schouders gemeten, wel 1,80 meter hoog zijn, terwijl zijn
gewicht tussen de 600 en de 900 kg ligt. Het zijn eenzaam
rondtrekkende dieren, die elk een uitgestrekt gebied nodig
hebben om aan voldoende voedsel te kunnen komen. In de zomer
trekken ze naar de meren en rivieren, niet uitsluitend om erin
te baden, maar ook om zich vol te eten met verschillende
waterplanten.
Om tijdens de koude lange winters toch nog hun gewicht te kunnen
behouden, moeten de elanden tussen de vier en vijf ton aan
plantenmateriaal opsporen. Het is duidelijk dat het vinden van
zo'n enorme hoeveelheid voedsel in de zomertijd al een hele taak
is, en in de strenge winter praktisch onmogelijk.
Terwijl boomstekelvarkens en elanden een zekere ontbossing
veroorzaken door het beschadigen van jongen bomen, zorgen de
gewoonten van de wangzak-eekhoorns of
chipmunks tot een
geleidelijke herbebossing. Deze diertjes leggen overal voorraden
aan van noten, bessen en zaden. Vaak vergeten ze dan de juiste
plek, zodat ze opnieuw moeten beginnen. De zaden in de vergeten
voorraadkamer kunnen dan rustig wortel schieten. Andere leden
van de eekhoornfamilie, waartoe de wangzak-eekhoorn behoort,
doen niet zo hun best bij het instandhouden van het woud. Vooral
de rode eekhoorn kan grote schade toebrengen aan naaldbossen.
Met name in de minder goede zomers, als er betrekkelijk weinig
dennenappels zijn, zal de rode eekhoorn zijn toevlucht zoeken
tot de nog niet uitgekomen knoppen in de bomen, hoewel hij
liever de zaden uit
de
dennenappels als maaltijd heeft.
Rode eekhoorns zijn ook dol op het sap van esdoorns en berken en
ze scheuren hele stukken van de takken af om dat sap te kunnen
bemachtigen. Ze zijn ook beslist gaan overtuigde vegetari�rs,
zoals de meeste eekhoorns. Vooral in het voorjaar plunderen ze
nu en dan de nesten van kleine vogels en roven daaruit zowel de
eieren als de jongen. In de lange winter houdt de rode eekhoorn
een echte winterslaap.
De rode eekhoorns zijn niet de enige dieren die hun dieet wat
verlevendigen met eieren of jonge nestdieren. De vliegende
eekhoorns hebben vrijwel dezelfde idee�n over een voedzame
maaltijd. De vliegende eekhoorns onderscheiden zich van de echte
eekhoorns door hun nachtelijke gewoonten. Ze verschillen ook
weel van vliegende zoogdieren zoals vleermuizen. De vliegende
eekhoorn kan namelijk niet echt vliegen. Door zijn huidplooien
uit te spreiden, kan hij een zweefvlucht van maximaal vijf meter
maken. Net als de rode eekhoorn is de bosmarmot (zie foto) een
dier dat echt een winterslaap houdt. De bosmarmot kan bijna twee
derde van het jaar in een diepe winterslaap doorbrengen op een
veilig plekje. Tijdens die slaapperiode ademt hij maar tweemaal
per minuut en zijn hartslag, die normaal tweehonderd slagen per
minuut bedraagt, loopt dan terug tot vier of vijf slagen per
minuut.